Na twee jaar bij ons in de Stal, woont S. sinds eind vorig jaar weer bij haar moeder. Ze werd bij ons geplaatst vanuit een perspectief biedende plaatsing wat betekent dat de mogelijkheid er is om voor altijd te blijven.
Sommige kinderen blijven tot hun volwassenheid en verder in het gezinshuis. Voor hen is terugplaatsing niet goed en/of niet gezond. Het gezinshuis mag hun nest en huis en thuis en landingsbaan worden en blijven.
Vanaf het begin dat we S. in ons gezin op mochten nemen, heeft mijn onderbuik aangegeven ‘jij hoort bij je moeder’. De beslissing om haar in een gezinshuis te plaatsen was voor hen niet de allerbeste route. Zij en haar moeder hadden hulp nodig. Hulp in en aan huis – alles wat voorradig is.
Niemand heeft het perfecte handboek voor het opvoeden van kinderen. Ook ik niet. Deze situatie bracht me in worsteling met mijzelf, mijn manier van opvoeden. Ik voed de kinderen zo op, een ander doet dat niet. Dat maakt het niet fout – het is anders. De handelswijze van iedere ouder is anders.
Regelmatig hebben we via FaceTime contact met S. en haar moeder. We zien en horen dat het goed gaat, met allebei.
Ze is thuis.
S. is weer thuis!
« Maart in Afrika OVO magazine »
Reactie plaatsen
Reacties